Hoofd bieden aan het leven

Als je de titel van het debuut van Mustafa Kör (1976) leest, krijg je een wee gevoel. Ben jij liefde: ook zonder vraagteken doet dit zinnetje sentimenteel-kitscherig aan.
Wat na de titel volgt, brengt je gelukkig naar een andere stemming.
In een overtuigende poëtische ademtocht neemt Kör zichzelf, het verleden en het menselijk bedrijf de maat. Hij doet dat met heel eigen beelden.

Kale kermis

Een half leven erdoor gejaagd
de kruimels van zolder gehaald
en meegetorst naar deze centrumstad
(…)
Verzand in dit kluitje laag land
verdoken in je kaftan – sierlijk
schijnbewegend burger je voort
(…)
Inmiddels kleur je binnen de lijntjes
bakt ingevroren sensaties op
en werpt maar lijnen uit

‘Misschien’ en een subtiele spijt om het vervlogene staan in deze persoonlijke tussenbalans naast elkaar. Er is de gedachte aan het landelijke van de geboortestreek, maar de exotische afkomst wordt vanzelfsprekend en soepel vermengd met beelden van een Vlaamse jeugd. Goden en heiligheden uit Vlaanderen en Turkije worden tot een licht nostalgisch amalgaam. Het is innerlijkheid die is vormgegeven op een prettig ongepolijste manier. Er zit een directheid in de gedichten die niet in de gewoonten van het Oosten past, maar er zit ook een bewustheid van heimat en traditie in die niet perse bij het modern artistieke gevoel van de Lage Landen hoort.

We doen maar wat moeder
geen kuur van uw aanbeden Allah
de wereld aan het spit en draaien maar

Kör schrijft vanuit het nu en haalt zijn poëtische brandstof uit zijn vroegste achtergrond en zijn op eigen kracht vormgegeven Vlaams/Brabantse situatie.
Op een uiterst verfijnde manier sijpelt iets door van het noodlot dat de dichter jaren geleden trof (een ongeluk met als gevolg een dwarslaesie). De laatste afdeling van de bundel, Een beperkt seizoen, telt maar één gedicht. En dat is ruim voldoende voor een krachtig slotakkoord.

Ontdooid

Komt een dag dat je
alle beloftes ten spijt
niet meer staat
te midden de strijd
om brood en liefde

Het lijf bleek maar gerei
dat uitvoert wat de souffleur vroeg

Gedaan met het gejaag
en het treurspel der harten
De mystieke had een glansrol
speciaal voor jou

De wereld had je bijeen gekrijst
toen je mens werd en vuisten balde
om hoofd te bieden aan het leven
dat die ene dag zelf zou krijsen
om het lot dat in je merg sloeg
als vorst op bloesem

Ben jij liefde is een weemoedig optimistische bundel, zonder een greintje zelfmedelij of uitzichtloosheid. Zelfs de verzen uit de afdeling Spleen geven hier en daar aanleiding tot een glimlach.

Er zijn dagen dat je steden wil plunderen
bibliotheken in brand steken, iedereen homejacken
eender wat om de honger te stillen

Ja jij, geboren en bedrogen mensenkind
bij welke afslag gingen wonderen overboord
wanneer had je jezelf afgevlagd

Het kritisch en poëtisch evalueren van voorbije jaren is niet ontaard in verlammende zompigheid. Veeleer heeft Kör zichzelf in het geschreven woord opnieuw uitgevonden.

Ben jij liefde, Mustafa Kör, Uitgeverij Vrijdag, Antwerpen, 2016, ISBN 978-94-6001-418-5


(Erick Kila)